Sporen van Tuanku Rao's Nakomelingen in Mekka Blootgelegd
De intellectuele en spirituele reis van Tuanku Rao, eveneens bekend als Syech Muhammad Salleh Al Rawi bin Syech Muhammad Murid, bracht hem tot in het heilige land van Mekka. In deze stad, het wereldwijde centrum van de islamitische gemeenschap, verrichtte Tuanku Rao niet alleen zijn religieuze plichten, maar verdiepte hij ook zijn kennis van de islam door de begeleiding van vooraanstaande geleerden afkomstig uit Tanah Jawi, de toenmalige benaming voor de Nusantara-archipel, met name Java en omliggende gebieden.
De toewijding en onstilbare dorst naar kennis van Tuanku Rao leidden hem ertoe om in de leer te gaan bij een aantal zeer gerespecteerde geleerden van zijn tijd. Onder zijn mentoren bevonden zich Syech Daud bin Abdullah al-Fathani, een eminente geleerde uit Patani (het huidige zuiden van Thailand), die een aanzienlijke invloed uitoefende op de ontwikkeling van de islamitische wetenschappen in de Nusantara. Daarnaast ontving hij onderricht van Syech Abdussamad al Falimbani, een beroemde geleerde uit Palembang die bekend stond als de auteur van het boek Siyar as-Salikin.
Eveneens behoorde Syech Muhammad Arsad bin Abdullah al Banjari, een groot geleerde uit Banjar, Zuid-Kalimantan, die zeer bekend is van zijn monumentale werk Sabilal Muhtadin, tot de leermeesters van Tuanku Rao. Deze drie invloedrijke geleerden leverden een significante bijdrage aan de verspreiding en ontwikkeling van de islamitische leer in verschillende delen van de Nusantara en dienden als inspiratiebron voor Tuanku Rao tijdens zijn intellectuele reis.
Volgens de aantekeningen van Syech Abdullah Mirdad Abu Khair, een figuur met diepgaande kennis van de geschiedenis van geleerden in Mekka, breidde Syech Muhammad Salleh Al-Rawi zijn academische netwerk verder uit door in de leer te gaan bij Sayid Ahmad al-Marzuqi ad-Dharir al-Maliki, een geleerde die expert was in hadith en islamitische theologie. Bovendien studeerde hij bij Syech Usman ad-Dimyati as-Syafie (1781-1848 n.Chr. / 1196-1265 AH), een vooraanstaand geleerde binnen de Syafi'i-school van de islamitische jurisprudentie.
De aanwezigheid van Tuanku Rao in Mekka was hoogstwaarschijnlijk verbonden met de vestiging van mensen uit Rao in de heilige stad. Een gebied dat bekend stond als Rubu Pesisir dan Ilmu Pengetahuan (de kust- en kenniswijk) diende als woonplaats voor de Rawiyah (Rao) gemeenschap en ook voor mensen uit Asyi (Aceh). Deze nederzetting vormde een centrum van sociale en intellectuele interactie voor de migranten uit de Nusantara die zich in Mekka vestigden.
In deze omgeving, doordrenkt van een geest van kennis en broederschap onder mede-migranten, stichtte Syech Muhammad Salleh ar-Rawi een gezin. Hij trouwde in Mekka en werd gezegend met twee zonen, genaamd Muhammad en Ahmad Saman ar-Rawi. Deze beide zonen zouden later in de voetsporen van hun vader treden door een bijdrage te leveren aan de hadj-gangers uit de Nusantara.
De volgende generaties van de familie van Tuanku Rao speelden eveneens een belangrijke rol in de dienstverlening aan de pelgrims uit hun thuisland. Ahmad Saman ar-Rawi had twee zonen, namelijk Syech Hasan ar-Rawi en Syech Jamal ar-Rawi.
Leden van deze familie stonden later bekend en werden gerespecteerd als Syech Haji, religieuze figuren die de spirituele behoeften van de hadj-gangers uit verschillende regio's van de Nusantara begeleidden en verzorgden.
Informatie over het bestaan van de nakomelingen van Tuanku Rao in Mekka bleef doorgaan tot in de moderne tijd. In 2010 ontmoette een schrijver een student van de Pesantren Musytofawiyah Tapanuli Selatan (een islamitische kostschool in Zuid-Tapanuli). De student was met zijn familie meegekomen om een bezoek te brengen aan de residentie van Syech H. Muhammad Nur Effendi in Tanah Dingin Sungai Ronyah.
Tijdens de hartelijke ontmoeting op de dag van Eid al-Fitr in de maand Shawwal deelde de student uit Zuid-Tapanuli interessante informatie. Hij vertelde dat hij een vooraanstaand geleerde in Mekka kende genaamd Syech Fath ar-Rawi, die een directe afstammeling was van Syech Muhammad Saleh ar-Rawi (Tuanku Rao).
De kennis van de student onthulde ook dat Syech Fath ar-Rawi vaak informeerde naar het bestaan van het land Rawi in de Nusantara.
Helaas had de schrijver in de gemoedelijke sfeer van de ontmoeting geen aantekeningen gemaakt, waardoor de volledige naam en het adres van de student niet werden gedocumenteerd. Deze informatie geeft echter aan dat de sporen van de nakomelingen van Tuanku Rao tot op heden in Mekka bestaan en een belangrijke rol spelen, en dat zij een gevoel van verbondenheid met hun voorouderlijk land in de Nusantara behouden.
Naast zijn actieve rol in het vergaren van kennis en de interactie met de Nusantara-gemeenschap in Mekka, stond Syech Muhammad Saleh ar-Rawi ook bekend als een productief auteur van islamitische religieuze boeken. Volgens Syech Abdullah Mirdad Abul Khair schreef Syech Muhammad Saleh ar-Rawi tijdens zijn leven minstens vier boeken die een waardevolle bijdrage leverden aan de islamitische wetenschappelijke schatkist.
De vier boeken zijn: ten eerste, Fat-hul Mu-bin, wat betekent Het Duidelijke Boek van de Opening. Ten tweede, Kitabus Dhaidhi waz zabaih, dat handelt over Het Boek van de Jacht en het Slachten volgens de islamitische wet. Ten derde, Kitabul Adh-hiyah, dat specifiek ingaat op Het Boek van het Offer of de offerritueel. En ten vierde, Kitabul Ath’imah, dat handelt over Het Boek van Voedsel dat halal (toegestaan) en haram (verboden) is in de islam.
Deze vier boeken van Syech Muhammad Saleh ar-Rawi werden gepubliceerd in het jaar 1856 na Christus. Hetzelfde jaar markeerde ook het einde van zijn aardse reis. Syech Muhammad Saleh ar-Rawi blies zijn laatste adem uit in Ma’la, Mekka, in 1856 na Christus, en liet een erfenis van kennis en nakomelingen achter die bleven floreren in het heilige land.
Het verhaal van de reis van Tuanku Rao naar Mekka, zijn bijdragen aan de islamitische wetenschappelijke wereld en de sporen van zijn nakomelingen die de hadj-gangers uit de Nusantara dienden, vormen een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van de betrekkingen tussen Indonesië en het heilige land. Het toont de nauwe banden aan tussen de geleerden van de Nusantara en het islamitische kenniscentrum in Mekka, evenals de actieve rol van de migranten in het behouden van religieuze tradities en het helpen van hun landgenoten.
De sporen van Tuanku Rao in Mekka zijn niet alleen een bron van trots voor de Rao-gemeenschap in de Nusantara, maar vormen ook een deel van de lange geschiedenis van culturele en religieuze interactie tussen Indonesië en Saoedi-Arabië. Dit verhaal inspireert de volgende generaties om voortdurend kennis te vergaren en een positieve bijdrage te leveren aan religie en samenleving, waar ze zich ook bevinden.
Post a Comment